Mits een goede verzorging en aandacht te besteden aan de standplaats,
kunnen Hosta’s vele jaren op dezelfde plaats doorgroeien en zich
ontwikkelen tot prachtige symmetrische pollen.
Naast een goede bemesting is de standplaats, wat kan gaan van volle zon
tot volle schaduw naargelang de variëteit, en de grond waarin de
Hosta groeit, van groot belang.
Standplaats:
Maar al te vaak wordt gedacht dat Hosta's volle schaduwplanten zijn.
Een eerder klein gedeelte van het groot assortiment gedijt nog goed in
volle schaduw.
Met name H. sieboldiana, H. montana en hun vele variëteiten doen
het nog goed in de schaduw. Ook veel H. Tardiana types ( =H. sieboldiana
‘Elegans’ x H. tardiflora ) geven bevredigende resultaten
in de schaduw.
Het overgrote deel van het assortiment gedijt echter het beste in halfschaduw.
Daarnaast is er nog een klein assortiment dat goed gedijt in volle zon
zonder te verbranden ( bv. H. June, H. Paradise Joyce, H. June Fever,
…).
Grond:
Hosta's ontwikkelen zich optimaal in relatief zware grond met
een hoog humus gehalte.
De humus zorgt voor een goede structuur ( luchtigheid ) en een goed ontwikkeld
bodemleven.
Een goede bodemstructuur, in combinatie met voldoende meststof en juiste
standplaats, bevordert de ontwikkeling van een goed wortelgestel.
Dit resulteert in een mooier en gezonder bovengronds gedeelte van de plant.
In de praktijk betekent dit voor potcultuur een goede potgrond op basis
van turf, compost en klei. Deze laatste maakt het grondmengsel wat zwaarder
en houdt water en voedingsstoffen beter vast. Bij het aanplanten in de
tuin mengt men rijkelijk goed verteerde compost met de tuingrond.
Met dit mengsel vult men het ruime plantgat op.
Op zandgronden zorgt de kompost voor het beter vasthouden van water en
voedingsstoffen.
Op zware klei- en leemgronden zorgt de kompost voor een betere structuur
en bodemleven.
Op zeer lichte zandgronden kan men ook bentoniet (kleimeel) toevoegen
om de vochtigheid te verhogen.
Anderzijds kan men op zware kleigronden zand toevoegen.
Bemesting:
Hosta's hebben graag organische meststoffen.
Een harmonische meststof voor Hosta’s is een organisch mengsel met
een NPK-verhouding van ongeveer 14+10+8 verrijkt met sporenelementen.
Daarnaast is het toevoegen van wat kieseriet goed voor een intensere bladkleur.
De eerste bemesting dient te gebeuren in maart en moet daarna om de zes
weken herhaald worden tot half augustus.
Het is nodig zo vroeg met de toediening van organische meststoffen te
starten omdat het bodemleven eerst een gedeelte van de meststof moet omzetten
in voor de plant opneembare voeding.
Vanaf eind juni is het beter een meststof te gebruiken met een lager stikstofgehalte
( N-waarde tussen 5 en 8) omdat de bladmassa reeds gevormd is en de plant
zich nu concentreert op bloei en wortelgroei.
Een goede organische meststof voor Hosta’s om in het voorjaar toe
te passen is Guano.
Guano is een natuurlijke meststof, nl. de gedroogde uitwerpselen van visetende
vogels, die voornamelijk in Peru gewonnen wordt.
Guano bevat naast een hoog stikstofgehalte, die nodig is voor de explosieve
bladontwikkeling in het voorjaar, ook veel noodzakelijke sporenelementen.
Synthetische meststoffen zijn over het algemeen af te raden.
Ze hebben een ongunstige invloed op het bodemleven en bevatten minder
sporenelementen.
Ze kunnen wel toegepast worden wanneer men te laat is met de start van
organische meststoffen. Maar ook dan is het aangewezen om tegelijkertijd
ook organische meststof toe te dienen, waar de plant enkele weken later
gebruik kan van maken.
Water:
Naast een juiste standplaats, goede grond en aangepaste bemesting hebben
Hosta’s behoefte aan voldoende water.
Het is een fabel dat Hosta’s goed tegen droogte kunnen.
Wanneer een Hosta in volle groei droog komt te staan, is er op het eerste
zicht niets aan de hand. Echter ondergronds lijdt de plant en stopt de
verdere ontwikkeling.
Er kan dan ernstige schade ontstaan.
Zelfs in die mate dat de Hosta het volgende seizoen een stuk kleiner is
geworden.
Ook in potcultuur moet men er op toezien dat de grond permanent goed vochtig
blijft.
Tijdens de zomerperiode mag een Hosta gedurende geruime tijd nat staan.
In volle grond moet men er op toezien dat een Hosta die lang op dezelfde
plaats moet staan, geen al te grote wortelconcurrentie krijgt van omstaande
bomen en struiken.
In eerste instantie leidt dit tot stagnatie van de groei en in een later
stadium tot het teruglopen of zelfs helemaal verdwijnen van de Hosta.
Hosta’s in potten moeten voor hun ongeremde ontwikkeling regelmatig
verpot worden.
Februari-Maart is daar de beste periode voor.
De wortelkluiten zijn dan nog goed handelbaar en de wortels kunnen meteen
beginnen gebruikmaken van de verse voedingsstoffen.
Wanneer men bovenstaande aanbevelingen in acht neemt, heeft men gegarandeerd
prachtige Hosta’s !
Danny Van Eechaute. |